220

Spook

Refrein:
Er woonde een spook in de toren,
in het land van Oberzjien.
Maar dat wilde zich niet laten horen
en ook niet laten zien.

Maar luister op 'n nacht, toen de maan niet scheen,
toen vloog het met een vaartje door het donker heen.
Flip- flap, wat had dat spook een pret.
Alle mensen moesten slapen en die lagen in hun bed.

Refrein

Maar luister, op 'n nacht toen de maan niet scheen,
toen vloog het met 'n vaartje door 't donker heen.
Flip- flap, het spook beviel het best,
alle dieren lagen lekker in hun hol of in hun nest.

Refrein

Maar luister, op 'n nacht, toen de maan niet scheen,
toen vloog het met 'n vaartje door 't donker heen.
Flip- flap, het spook vloog vrolijk rond,
alle bomen, alle bloemen stonden dromend op de grond.

Refrein

Maar luister, op 'n nacht toen de maan niet scheen,
toen vloog het met 'n vaartje door 't donker heen.
Flip- flap, toen ging de nacht voorbij
en het spook is toen veranderd in een witte beddensprei:
HOE! – FLOEP – WEG!!!