224
Reusje
Er was er eens een reusje, dat reusje was te klein.
Hij was niet zo reusachtig als andere reuzen zijn.
Hij had een heel klein neusje, een kleine grote teen;
als andere reuzen speelden zat reusje heel alleen;
Refrein:
Dus danste hij de reuzendans al stampend in het gras,
dat dansje had hij zelf bedacht en weet je hoe het was?
Het was van hop in het rond en stamp op de grond
en was ik maar zo groot als een berg, hop in het rond
en stamp op de grond want klein zijn is zo erg.
Toen ging dat kleine reusje eens wandelen in het woud.
Hij kwam een heksje tegen, dat was reusachtig oud.
Ze zei: "Dag treurig reusje, waarom kijk jij niet blij?
Heb je soms reuzen zorgen, vertel ze dan aan mij:"
Refrein
Toen nam dat oude heksje een toverstaf van goud
en ze begon te toveren daar midden in het woud.
Ze zong een toverliedje: ze kneep hem in zijn neus.
Het reusje ging toen groeien: hij werd zo waar een reus!
Dus danste hij de reuzendans al stampend in het gras,
dat dansje had hij zelf bedacht en weet je hoe het was?
Het was van hop in het rond en stamp op de grond,
hoera ik ben zo groot als een berg, hop in het rond
en stamp op de grond en o, wat ben ik blij!